Behandeling

Neurologen

Een neuroloog is een dokter die, na zijn opleiding, zich nog 6 jaar heeft verdiept in de hersenen, zenuwen en spieren van een mens. Met simpele instrumenten, zoals een lampje of hamertje, kan hij kijken of er een storing is. Zoals alle dokters moet ook een neuroloog luisteren naar zijn patiënten. Alleen deze soort dokter moet extra goed luisteren omdat de patiënt vertelt wat er aan de hand is en welk soort onderzoek misschien van toepassing zou kunnen zijn. Na het gesprek komen pas kleine onderzoeken.

Onderzoeksmethoden

Grote aanval
EEG scan

EEG

Door middel van een filmpje van de hersenen (EEG) kan epilepsie worden opgespoord. EEG is een afkorting van elektro-encefalogram, dit filmpje registreert de activiteit van de hersenen. Bij een EEG ga je liggend in een soort tunnel.
Grote aanval
De tunnel

CT

De naam CT wordt het meest gebruikt, dit is makkelijker om te zeggen dan computer tomogram. Door middel van röntgenstraling wordt er een scan gemaakt van de hersenen.

MRI

Magnetic resonance is de betekenis van de afkorting MRI. Door middel van magnetische velden kunnen er dwarsdoorsneden gemaakt worden van het lichaam.

Behandelingen

In eerste instantie bestaat de behandeling van epilepsie uit medicijnen. Deze anti-eleptica worden vaak heel lang gebruikt. Bij dit medicijn is het de bedoeling om de aanvallen tegen te houden. Het zorgt er (als het goed werkt) dus voor dat het gevolg, de aanval, niet doorgaat maar het verhelpt niet de oorzaak. In veel, ongeveer 70 %, van de gevallen werkt dit ook.

Neurochirurgie

Bij sommige patiënten werken de anti-eleptica niet. Een andere manier is dan om door een operatie te ondergaan de epilepsie tegen te gaan. Operatief wordt dan een deel van de hersenen verwijderd, het deel dat verwijderd wordt, is natuurlijk het hersendeel die de aanvallen veroorzaakt. Meestal is het de temporaalkwab die wordt verwijderd. De temporaalkwab zit aan de zijkant van het hoofd. De temporaalkwab is betrokken bij verschillende functies, zoals het gehoor, verbaal geheugen, visuele herkenning en taalfunctie. Als dit verwijderd wordt, heeft dat dus tot gevolg dat deze functies niet meer correct uitgevoerd kunnen worden.

Nervus vagus stimulatie (NVS)

Deze behandeling wordt niet vaak gebruikt, alleen als je niet in aanmerking komt voor een operatie en als de medicijnen niet aanslaan. Bij NVS wordt er aan de nervus vagus, een zenuw in de hals, kleine stroomstootjes gegeven via een soort van pacemaker. Een pacemaker is een apparaat die in het geval dat het hart stil komt te staan of onregelmatig klopt een elektrische prikkel geeft. Deze prikkel zorgt ervoor dat de hartslag weer herstelt wordt. Het apparaatje die wordt aangebracht is vergelijkbaar met een pacemaker. Het apparaatje stuurt signalen naar de hersenen om de aanvallen onder controle te krijgen. Dit apparaatje vervangt meestal het medicijn gebruik niet, maar na een poosje kan er in sommige gevallen wel afgebouwd worden.

De stimulator (het apparaatje die op een pacemaker lijkt) wordt onder het sleutelbeen aangebracht. Dit gebeurt met een operatie. De stimulator zelf heeft een doorsnede van 5 cm en heeft een dikte die vergelijkbaar is met de dikte van twee 2 euromunten. Via de hals wordt een draad met stimulatiepunten gemaakt vlak bij de linker nervus vagus. Dit draad wordt daarna weer gekoppeld aan de stimulator onder het sleutelbeen. Van de stroom, die naar de zenuw wordt gebracht, merk je eigenlijk niets. De stimulator kan per persoon apart ingesteld worden. Op vooraf ingestelde periodes wordt de stimulator geactiveerd. Dit kan ook handmatig gebeuren, bijvoorbeeld als je een aanval voelt aankomen. Door een magneet bij de stimulator te houden wordt hij geactiveerd en kan zo een aanval voorkomen.

Sinds 1994 wordt NVS in Nederland toegepast. Gemiddeld is de afname van de aanvallen na 1 jaar 30 %. 40% van de behandelde mensen heeft na 2 à 3 jaar al 50 % minder aanvallen dan voorheen. Bij een derde van de behandelde mensen heeft de behandeling weinig of geen zin. Door de NVS kan de alertheid, het geheugen en het humeur verbeteren en de vervelende periode na een aanval minder belastend zijn. NVS is een veilige behandeling tegen epilepsie, het heeft namelijk weinig bijwerkingen en complicaties. De stimulator gaat best lang mee, wel 8 tot 12 jaar. Als de batterij op is, kan deze vervangen worden door een kleine ingreep. Onder plaatselijke verdoving wordt hij vervangen en dezelfde dag kan degene weer naar huis. Het draad in de hals hoeft dus niet vervangen te worden.

Ketogeen dieet

Het ketogeen dieet is een alternatieve behandelingswijze voor epilepsie. Doordat er nieuwe en betere anti-eleptica op de markt kwamen, werd het ketogeen dieet een beetje vergeten. Mensen namen liever een pilletje dan dat ze een dieet moesten gaan volgen. Dit werd als lastig, onsmakelijk en iets dat doorzettingsvermogen nodig had gezien. Tegenwoordig wordt dit dieet weer gebruikt voor patiënten die niet reageren op medicijnen of waarbij de arts niet weet wat voor soort epilepsie het is.

In het begin van deze eeuw werd het ketogeen dieet steeds vaker gebruikt omdat meerdere artsen hadden vastgesteld dat het totaal vasten ervoor zou zorgen dat de aanvallen verminderden. Het totaal vasten is niet mogelijk voor lange tijd, dus zochten ze naar een andere manier. Ze dachten dat de aanvallen te wijten waren aan een verhoogde zuurgraad in het bloed en dat dit te verminderen was door veel vetrijk en koolhydraatarm eten te nuttigen. Meerdere artsen bewezen dat dit dieet zorgde voor minder aanvallen. Uiteindelijk kwam er een dieet uit dat een hoog vetgehalte en een heel laag koolhydraat- en eiwitgehaltehalte had. Hoe het dieet precies werkt is tot op heden nog onbekend, er zijn veel theorieën over maar er is nog geen één waterdichte.

Het principe van dit dieet is dat het lichaam de koolhydraten mist en dus op zoek moet gaan naar een andere energiebron. Het lichaam schakelt dan over op het verbranden van vetten. Doordat er niet genoeg glucose is, kan het vet niet helemaal verbrand worden waardoor er een reststof overblijft, de ketozuren. Deze ketozuren zouden een rol spelen bij het verminderen van epilepsieaanvallen.

Het ketogeen dieet moet in ieder geval één tot drie maanden worden gevolgd, waarna dan gekeken kan worden of het gunstig is om ermee door te gaan. Als het dieet aanslaat, moet deze nog 2 jaar gevolgd worden. Vervolgens wordt één jaar voor de afbouw van het dieet gebruikt, hierbij wordt alles langzamerhand weer naar een normaal koolhydraat-,vet- en eiwitgehalte gebracht. Het dieet wordt per persoon aangepast waarbij rekening gehouden wordt met het gewicht, leeftijd, geslacht en de benodigde hoeveelheid eiwitten voor de groei en ontwikkeling.

Het ketogeen dieet in de praktijk
Het dieet begint met een periode van vasten, dit duurt 24 à 48 uur. Tijdens dit vasten moet wel gedronken worden, maar alleen drinken zonder koolhydraten. Hierbij is strenge medische controle. Hierna wordt het ketogeen dieet in drie dagen opgebouwd, dit wordt gedaan door middel van shakes. Dit is omdat er zulke kleine hoeveelheden van alles inzit dat dit het makkelijks is. Na drie dagen wordt er overgestapt op speciale maaltijden, deze moeten helemaal opgegeten worden want anders is er geen goede verhouding meer tussen eiwitten, vet en koolhydraten. Per dag worden er drie maaltijden gegeten die zijn samengesteld uit vier basisgroepen:
  • Vlees, vis, ei, kip, kaas (eiwitten)
  • Fruit en groenten (koolhydraten)
  • Boter, olie, margarine en mayonaise (vet)
  • Slagroom (vet, eiwit, koolhydraten)
Naast deze drie maaltijden mag er niets tussendoor gesnoept worden. Hierop is één uitzondering, per dag mogen er 2 macadamia-noten gegeten worden omdat deze van nature een goede vet-,eiwit- en koolhydraatgehalte hebben. En nog steeds mogen er alleen drankjes genuttigd worden zonder calorieën.

In de eerste weken van dit dieet kan er een hongergevoel ontstaan, maar door de 'ketose' neemt dit af. De 'ketose' zorgt namelijk voor een verzadigd gevoel en de eetlust neemt af. Ketose is de verhoging van ketozuren in het bloed en in de urine.

Het ketogeen dieet wordt het meest gebruikt bij kinderen tussen de 2 en 5 jaar omdat zij het minst moeite hebben bij het volgen van het dieet en de hersenen kunnen, doordat ze nog in volle ontwikkeling zijn, makkelijk reageren op dit dieet. Bij oudere kinderen is het volgen van dit dieet lastiger omdat ze gewend tussen de maaltijden door te eten of te drinken.

Deze behandelingsmethode is eigenlijk voor alle aanvallen te gebruiken, hoewel dit niet gedaan wordt. Als een kind deze behandeling gaat volgen, betekent dit in Nederland dat het kind, plus één ouder, een kleine maand worden opgenomen. Dat de ouder ook wordt opgenomen is ter ondersteuning van het kind en om te leren hoe het dieet in elkaar zit.

In Nederland zorgt dit dieet bij de patiënten voor 1/3 voor volledige 'genezing' van de aanvallen, bij nog 1/3 voor verminderde aanvallen en bij de laatste groep voor weinig of geen resultaat.