Geschiedenis

Benamingen

Vroeger werd epilepsie nog niet echt herkend als een aandoening. Men had dan ook niet echt een naam hiervoor. Daardoor werd het telkens anders genoemd en waren er verschillende namen voor deze aandoening.
Een paar van deze namen zijn:

  • Bezeten door een domme geest
  • Maanziek zijn
  • Door de duivel bezeten
  • Ziekte van Johannes
  • De heilige ziekte
  • Ziekte van Bennoe
  • Vallende ziekte

Oudste afstamming

De aandoening die het alleroudst is stamt waarschijnlijk uit Zuid-Amerika. Hier heeft men schedels opgegraven die zo'n 5.000 a 10.000 jaar oud. Hierin zaten gaten waardoor men toen dacht dat de geest (dus de epilepsie) kon ontsnappen.
Ook de Egyptenaren kenden epilepsie, deze dachten dat men bezeten was door de duivel, het geneesmiddel dat zij gebruikten, was wijn met opgeloste uitwerpselen van een ezel.

Babylonië

In Babylonië werd de epilepsie, de vallende ziekte genoemd. Met het vallen werd niet het vallen van de patiënt bedoeld, maar het vallen van de aandoening vanaf de sterren en de planeten. De geleerden van toen beschreven de symptomen van epilepsie als het trekken met handen en voeten, draaien en zweten. Ze beschreven er niet het bijten op de tong bij, dus toen waren ze er al achter dat dit door toeval gebeurde. Ze probeerden de patiënt te genezen door een zakje geneeskrachtige planten of amuletten om de nek te hangen. Ook werden de deuren ingesmeerd  met bloed, gips en asfalt. Dit werkte natuurlijk niet.

Marcus

In het bijbelse boek Marcus staat het verhaal geschreven over een man wiens zoon was bezeten door een stomme geest. De man bracht zijn zoon naar Jezus en op het moment dat de geest Jezus zag, zorgde de geest ervoor dat de zoon op de grond viel, ging schuimbekken en verstijfde. Jezus zei dat de geest het lichaam moest  verlaten. De geest ging luid schreeuwend het lichaam uit, waarna de zoon was genezen en nooit meer aanvallen heeft gehad.

Slavenhandel

In de 18e eeuw was in het wetboek van Hammoerabi, de koning van Babylon, geschreven dat iemand, die een slaaf had vergekocht, de slaaf moest terugnemen als binnen een maand epilepsie werd geconstateerd. In de Assyrische koopcontracten van 1000 jaar later is deze termijn al verhoogd naar 100 dagen, omdat dit veiliger was. Het zelfde idee zie je ook bij Plato in de vierde eeuw voor Christus. Hij schreef in zijn wetten over slavenhandel: 'Wie een slaaf verkoopt die lijdt aan de heilige ziekte, moet hem terugnemen. De termijn is een jaar.' Tot de 19e eeuw werden dit soort regels gebruikt om de aankoop van slaven te annuleren. Epilepsie was namelijk het belangrijkste verborgen gebrek die een slaaf maar kon hebben. Dit soort regels bestonden nog niet voor besmettelijke ziektes, omdat ze toen nog niet wisten wat incubatietijd was.

De Grieken

Zij gebruikten weer een andere manier om te constateren of iemand epilepsie had. Ze dachten dat als je git in brand zou steken en iemand die epilepsie had de rook zou laten ruiken, deze persoon direct een aanval zou krijgen. Bezeten zijn door de duivel gold heel lang als dé oorzaak van epilepsie. Hippocrates  probeerde een andere verklaring te vinden. Deze man is nu nog bekend als ‘vader der wetenschappelijke geneeskunde’ en door ‘Eed van Hippocrates’. Hij onderzocht zieken en vond twee verschillende varianten aanvallen. Bij de  eerste zag je aan bepaalde voortekens dat er een aanval zou komen, bij de tweede begon het ineens zonder dat je het kon zien aankomen. Hij verklaarde deze feiten in het licht van de theorieën die in zijn tijd er al waren. Dit is in de tijd van 460 jaar voor Christus. Hij zei dat de levensgeest, die het verstandelijk vermogen draagt, ineens niet meer zou kunnen doorstromen naar de hersenen.

Geneesmiddelen

Veel jaren na Hippocrates vertelde de Griekse geneeskundige Galenus, geboren in het jaar 131, dat de hersenen inderdaad het centrum is waar het zich allemaal afspeelt. Een patiënt van hem had het over ‘een koude luchtstroom die naar de hersenen stijgt’. In het Grieks heet dit aura (‘ademtocht’), dit woord wordt nu nog gebruikt om de verschijnselen te omschrijven voordat een aanval begint. Hippocrates was de eerste die de psychische gevolgen voor een persoon omschrijft. De patiënt trekt zich terug (als hij het natuurlijk aan voelt komen) zodat niemand hem in die toestand zou kunnen zien.

In de loop van de tijd bedachten mensen veel methodes om epilepsie te genezen en de geest weg te jagen. Volgens de Romeinse schrijver Plinius (van 23 tot 97 na Christus) dronken mensen, die epilepsie hadden, het bloed van gladiatoren. Deze manier was heel lang in gebruik.

Alexander van Tralles, die in de 6e eeuw leefde, kwam met een nog gruwelijker manier om te constateren of iemand epilepsie zou hebben. Volgens hem moest je de persoon in een geitenvel wikkelen en in de zee gooien, als hij zou zinken, was volgens hem beslist dat degene epilepsie zou hebben. Ook werd stof van verkoolde schedels, het liefst van mensen die gruwelijk waren overleden, gebruikt voor het opheffen van epilepsie.

Er werd in deze tijd gezegd dat mensen ‘maanziek’ waren. Volgens de theoloog Origenes zou de demon rekening houden met de maanstanden om mensen ‘aan te vallen’. Tot 1852 bestond dit idee. Toen besloot de Franse neuroloog Jacques Moreau de Tours dat, na lang observeren, tussen de maanstand en epilepsie geen overeenkomst was.

Ook dieren werden gebruikt om te proberen mensen te genezen. Een opengesneden kip of duif werd dan op de borst van de patiënt gelegd. Wat later in 1861 zei de Vlaming
J.L.M. Van den Bosch dat het dragen van een parelen ketting zou helpen tegen epilepsie.

Tot laat in de 19e eeuw waren er nog andere middeltjes die gebruikt werden, zoals: kinderen met koortsstuipen in het hemd van hun vader wikkelen, of een stuk van een gebruikt doodskleed om de polsen draaien, een rokende ui of een kous van iemand met zweetvoeten onder de neus wrijven.

Langzamerhand werd er gestopt met de middeltjes, die toch niet hielpen, en gingen de wetenschappers op zoek naar een medicijn. In 1875 kwam het eerste werkzame anti-epilepticum in gebruik, tegenwoordig wordt dit nog maar zelden gebruikt, alleen als alle andere anti-epileptica niet werken.